Nieuws | 11 november 2024
Inhoudsopgave
Wat verstaan we onder passende farmaceutische zorg? En hoe ziet dat er in de praktijk uit? Die vragen bespraken we woensdag 8 februari in Nieuwegein met tafelgasten en publiek tijdens de Ronde Tafelbijeenkomst. Georganiseerd door Farmaceutisch Directeur Adrienne van Strien van Mosadex Groep en Bureaudirecteur Loes Schiere van NApCo. Aanleiding van de bijeenkomst? Het SiRM-rapport: ‘Passende Farmaceutische Zorg’ dat onlangs in samenwerking met de KNMP is ingebracht bij de uitwerking van het Integraal Zorgakkoord (IZA). Naast openbaar apothekers en huisartsen, lieten ook vertegenwoordigers van onder meer de Patiëntenfederatie Nederland, het Zorginstituut Nederland, Zilveren Kruis en de Nederlandse Zorgautoriteit hun visie op passende farmaceutische zorg horen.
De conclusie? Passende farmaceutische zorg is een noodzaak én een kans. Samen aan de slag, vertrouwen opbouwen, maar ook vertrouwenswaardig zijn. Een constructieve discussie met inspiratie voor het vervolg. De regio’s zijn aan zet, openbare apothekers zijn er klaar voor.
Veel bekende, maar ook onbekende gezichten spreken elkaar aan bij binnenkomst. Handen worden geschud en de eerste gesprekken worden gevoerd. Alle aanwezigen zijn bestuurlijk of beleidsmatig actief in de eerste lijn. Ard van der Meij, CEO van Mosadex Groep opent het gesprek en vertelt dat we op het kruispunt staan voor de inrichting van toekomstbestendige farmaceutische zorg. Het SiRM-rapport biedt ons daar concrete aanbevelingen voor. Jan-Peter Heida, opsteller van het SiRM-rapport, krijgt hierna het woord: “In het SiRM-rapport staat gezondheid centraal in plaats van ziekte. Organiseer de zorg rondom de patiënt in plaats van rondom het geneesmiddel, waarbij we de apotheek zien als zorgverlener in plaats van een uitgiftepunt van medicijnen. De openbare farmacie moet daarom onderdeel zijn van de regiovisies. Wij roepen VWS op om eerstelijns farmaceutische zorg onder de afdeling curatieve zorg te brengen in het kader van de multidisciplinaire samenwerking.”
De tafelgasten reageren positief op deze samenvatting. Jan Kremer, speciaal gezant voor Passende Zorg, ervaart dat als we over passende zorg spreken men te vaak argumenten gebruikt als ‘het wordt pas opgelost als de bekostiging verandert’ of ‘wanneer het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) er is’. Hij noemt dat een moderne manier van ‘nee’ zeggen. Want er zijn wel degelijk zaken die jezelf al kunt oppakken, waarbij samenwerking belangrijk is. Roland Eising van Zilveren Kruis beaamt dit: “Ook verzekeraars zijn onderdeel van die samenwerking.” Huisarts en bestuurslid van InEen, Barbara de Doelder, voegt toe dat het belangrijk is om elkaar in de wijk, maar ook daarbuiten, goed te kennen. Dat begint al in de opleidingen Geneeskunde en Farmacie.
We betrekken de zaal bij het gesprek. Met een interactieve tool geven de aanwezigen antwoord op drie vragen. De eerste vraag was: ‘Maak een inschatting hoe groot het aantal mensen is dat in aanmerking komt om te stoppen met medicatie.’ Patiëntenfederatie Nederland ziet dat we soms doorslaan in medicalisering. “In sommige gevallen kunnen we medicatie afbouwen, aanpassen of zelfs stoppen, erkent apotheker Evelyn Schuil-Vlassak.” Uit de zaal wordt aangevuld: “De bekostiging voor preventie is nog een ondergeschoven kindje. Besteed daarom ook aandacht aan het sociale domein. Pak bijvoorbeeld alcoholisme aan en haal COPD-patiënten uit schimmelhuizen. Doen we dat niet? Dan leert de ervaring ons dat het uiteindelijk terugkomt als zorgvraagstuk in de drukbezette eerste lijn. Passende zorg zit óók aan de voorkant.”
Ronald Eising van Zilveren Kruis erkent dat we een complex zorgstelsel hebben. Toch hamert hij erop dat er transformatiegelden beschikbaar zijn om via allerlei haakjes betekenisvolle initiatieven op te zetten. Hij vervolgt enthousiast: “En betrek ons daarbij. Wij hebben het landelijke overzicht en weten daardoor ook wat werkt uit andere regio’s. We kunnen je hierin adviseren.” Een mooie uitnodiging om in de eigen regio de samenwerking met de zorgverzekeraar op te schroeven, merkt gespreksleider André Louwen positief op.
De medicatieveiligheid kan omhoog als de apotheker zelf een nierwaardefunctie kan aanvragen. Dat was de strekking van de tweede stelling. Iedereen aan tafel én in de zaal was het erover eens dat een regionale visie op gegevensuitwisseling een basisvoorwaarde is. Want, zo stelt ook Patiëntenfederatie Nederland, het is belangrijk dat dit wordt gedaan, maar niet dubbelop door zowel voorschrijver als apotheek. Ook hier wordt weer benadrukt dat het belangrijk is om elkaar te vertrouwen. Evelyn Schuil-Vlassak vult daarop aan: “Zorg ook dat je vertrouwenswaardig bent. Ben het herkenbare gezicht aan de balie, zodat de patiënt je kent en vertrouwen in je heeft.”
Bij de derde stelling werd opgehaald wat er nodig is om de transitie naar passende farmaceutische zorg te maken. Ronald Eising van Zilveren Kruis denkt dat we naast bekostiging ook naar de organisatie moeten kijken. Hij moedigt aan: “Samen sta je sterker. Dus trek samen op om als regio aan tafel te komen. Barbara de Doelder sluit vervolgens af: “Het preferentiebeleid zorgt nog steeds voor veel onrust, ook bij patiënten. Als we het hebben over passende zorg, dan is binnen dit beleid nog winst te behalen.”
We sluiten de discussie af met een oprecht dankwoord aan de tafelgasten: Jan Benedictus (Patiëntenfederatie Nederland), Barbara de Doelder (huisarts en bestuurder bij InEen), Roland Eising (Zilveren Kruis), Jan-Peter Heida (medeopsteller SiRM-rapport), Jan Kremer (speciaal gezant Passende Zorg/Zinl), Evelyn Schuil-Vlassak (openbaar apotheker in Alphen aan de Rijn en bestuurslid NApCo) en gespreksleider André Louwen. Onder het genot van een hapje en drankje praten de aanwezigen verder.
Benieuwd naar het SiRM-rapport: ‘Passende Farmaceutische Zorg’? Lees hier het hele onderzoeksrapport.
Gepubliceerd op: 28 februari 2023
Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en de functionaliteit te waarborgen. Meer informatie hierover vind je op onze cookie instellingen pagina.