Nieuws | 11 november 2024
Inhoudsopgave
Het interview met Ludwig Castelijns vindt plaats op het moment dat de eerste fase van COVID-19 achter de rug lijkt. Lijkt, want de opnames in de ziekenhuizen en op de IC vlakken voorzichtig af, de scholen gaan weer open en de horeca maakt voorzichtig plannen om over een paar weken de klant weer te bedienen. Het nieuwe normaal dient zich aan.
Bijna 25 jaar is Castelijns directeur van Mosadex, naar eigen zeggen totaalleverancier en marktleider in de farmaceutische zorg en retail. Een paar cijfers van de coöperatie Mosadex Groep. De 1800 medewerkers leveren diensten en producten via ruim 800 apotheken, 465 Service Apotheken, 410 drogisterijen, 250 zorgorganisaties aan meer dan 11 miljoen patiënten en consumenten in Nederland.
Castelijns is van oorsprong apotheker en al ruim twee decennia verantwoordelijk voor de groep van bedrijven die vanuit Limburg is gegroeid tot een omzet van ruim 1.7 miljard euro. Tot die groep horen NControl (automatisering), Van Heek Medical (wondverzorging en incontinentie), ApotheekZorg (specialistische medicatie), Apotheek Voorzorg (weekmedicatie), Holland Pharma (zelfzorg), Fischer Farma en Medcor (import), Service Apotheek, maar ook de DA-drogisterijen.
Het is inmiddels alweer een paar weken geleden dat de nazendingen aan geneesmiddelen schrikbarend waren. Er werd volop gehamsterd. Bij de drogist graaiden klanten naar het laatste doosje paracetamol. Apothekers in de eerste lijn zetten alle zeilen bij, voerden continu overleg met de voorschrijver. Om medicatie uit te kunnen blijven leveren werd bijvoorbeeld, onder voorwaarden, tijdelijk voorraden tussen apothekers onderling uitgewisseld.
Ook ziekenhuisapothekers deden verwoede pogingen om medicatie te verkrijgen voor coronapatiënten op de Intensive Cares. Dan ging het om propofol en de combinatie van midazolam met sufentanil, middelen om patiënten in slaap te brengen.
Ludwig Castelijns is uitgegroeid tot Mister Tekort Nederland. In de media roert hij stevig zijn mond over dit onderwerp, in tal van overleggen maant hij de top van VWS - inclusief de minister - te stoppen met praten en nu eens concreet actie te ondernemen om zo definitief een einde te maken aan die tekorten aan geneesmiddelen.
Altijd is hij bereid zijn mening te geven over het probleem van de tekorten aan medicijnen die ons land al zo lang teisteren. Maar in tijden dat de wereldwijde crisis domineert houdt hij zich even stil. “Ik heb de mensen van VWS beloofd dat ik mij ten tijde van de corona-crisis rustig houd. Daarna wil ik wel weer los gaan”, vertelt de hoogste man van Mosadex. Die tijd is nu weer aangebroken, want de tekorten mogen niet van de agenda verdwijnen.
“De tekorten zijn uitgegroeid tot een groot maatschappelijk probleem. Tien jaar geleden al gaf ik op verzoek van hun leidinggevenden een minicollege aan de inkopers van zorgverzekeraar Menzis. Toen voorspelde ik dat als prijs leidend wordt dit onherroepelijk leidt tot problemen met betrekking tot de beschikbaarheid van geneesmiddelen én de kwaliteit van farmaceutische zorg. Mijn voorspelling was kennelijk aan dovemans oren gericht want zorgverzekeraars en overheid werden dronken van geluk door de besparingen gerealiseerd door het preferentiebeleid, waren doof voor het belang van kwaliteit en beschikbaarheid. Het gevolg: de patiënt, de apotheek en de huisarts zijn de dupe van de houding van zorgverzekeraar en overheidsbeleid. Dit maakt me zo verdrietig, want de problematiek van de tekorten kunnen we oplossen.”
Vanuit zijn positie is het te verwachten dat Castelijns zijn mondje roert als het om tekorten gaat. Want geneesmiddelen en de diensten daaromheen zijn corebusiness. En als die producten niet voorradig zijn dan heeft dat direct effect op zijn dienstverlening. Maar bovenal is Castelijns een ondernemer met een apothekershart die patiënten de beste zorg wil geven.
Wat is de stand als het gaat om de tekorten?
“Vorig jaar zagen we een grote stijging in tekorten en waren 1500 medicijnen lange tijd niet leverbaar. Dat hebben apothekers en huisartsen dagelijks gemerkt. Net voor de coronacrisis uitbrak was vijf procent van de bestelregels uit de apotheek niet direct leverbaar. Tijdens de piek van crisis is dat percentage bijna verdrievoudigd naar zo’n dertien procent. De eerste weken van maart werd veel gehamsterd in de apotheek waardoor onze systemen en logistiek de voorraad niet konden bijhouden. De tekorten waren groot, niet alleen in ons land maar iedereen in Europa werd geraakt door deze crisis en had moeite met leveren van een groot aantal verschillende geneesmiddelen. Zoals het er nu uitziet was deze piek in maart eenmalig maar die duurde wel een paar weken. Inmiddels heeft de farmaceut de aanvoer op orde, kunnen we leveren. We staan er beter voor. Nou ja, we zitten op iets meer dan vijf procent dat niet leverbaar is en begeven ons weer op het niveau van voor crisis. Terug bij af dus.”
Volgens Castelijns wordt er in crisistijd goed samengewerkt om de problemen het hoofd te bieden. “Het landelijk crisisteam dat de tekorten van geneesmiddelen die direct gerelateerd zijn aan de zorg van corona-patiënten in het ziekenhuis te lijf gaat is voortvarend gestart. Er is centrale inkoop en een sterke toename van activiteit in landelijke bereidingsapotheken. Daarnaast hebben alle partijen afgesproken om de beschikbaarheid van medicijnen in de eerste lijn goed te monitoren zodat potentiele tekorten snel worden gesignaleerd. Ik ben dan ook aangenaam verrast door de voortvarendheid van VWS. Had ik eerlijk gezegd niet verwacht. Het besef om in een crisissituatie niet te blijven praten maar vooral snel te handelen was bij iedereen aanwezig. Partijen komen in beweging. Die urgentie zie ik helaas niet als het gaat om het oplossen van de structurele tekorten.”Castelijns erkent dat de coronacrisis alle aandacht vraagt. Ook van het ministerie van VWS. “Minister Bruins heeft toegezegd dat hij de structurele problemen gaat oplossen. Maar door zijn vertrek ligt het dossier tekorten op het bureau van zijn opvolger. Ik kijk reikhalzend uit naar het moment dat die oplossing er ligt.”
Want oplossingen zijn er stelt Castelijns. Hij ziet twee richtingen uit het moeras: de productie weer in eigen hand nemen of grote voorraden in huis halen. “Corona drukt ons met de neus op de feiten: Nederland moet minder afhankelijk zijn van China en India als belangrijkste producent. De productie van grondstoffen en geneesmiddelen moet dichter bij huis plaatsvinden, binnen Europa en in Nederland. Laten we beginnen om geneesmiddelen zonder patent die onmisbaar zijn bij een crisis zelf te maken en zo minder afhankelijk te worden van Azië. Als de politieke wil er is duurt het misschien nog wel vijf jaar voordat die fabrieken volop produceren. We moeten dus snel handelen. Ook ons land kan hierin een rol spelen. Of we de fabrieken van het voormalige Organon in Oss weer moeten opstarten? Of die van Aurobindo in Katwijk dat is overgenomen door India en inmiddels is gesloten? Daar ga ik niet over. Het zou goed zijn als ons land weer chemische productiecapaciteit heeft, maar voordat ieder land zelfstandig een fabriek opent lijkt me enige afstemming binnen Europa wel zo efficiënt. Vergeet niet dat Italië, Frankrijk, Oostenrijk en Duitsland nog volop geneesmiddelen produceren. Als de politieke bereidheid er is volgt (private) financiële bijstand vanzelf. Als we nu de handen ineen slaan draait binnen een jaar de eerste fabriek.”
Een ander spoor om de tekorten op te lossen is het aanleggen van een zogenaamde ijzeren voorraad. Een hoeveelheid geneesmiddelen groot genoeg om bij problemen toch een aantal maanden uit te kunnen leveren. Minister Bruno Bruins heeft dit idee geopperd en ook zijn opvolgers Van Rijn en De
Jonge zijn voorstander stelt Castelijns. “Maar we praten nu al jaren over het aanleggen van die ijzeren voorraad die er nog steeds niet is. De minister heeft de stakeholders en de Tweede Kamer beloofd onderzoek te laten doen naar de beste weg naar die voorraad, ook als het om de financiering gaat. Voor de zomer verwacht ik de resultaten.”
De ijzeren voorraad is volgens Castelijns te realiseren als iedereen meewerkt. “Begin met een voorraad merkloze geneesmiddelen voor bijvoorbeeld vier tot vijf maanden, daar zijn de tekorten het grootst. Fabrikanten en groothandelaren willen onder voorwaarden meewerken. De eerste voorwaarde is dat als huisartsen plotseling andere geneesmiddelen voorschrijven wij niet met een onverkoopbare voorraad blijven zitten. Hetzelfde geldt voor zorgverzekeraars: als die een ander geneesmiddel als preferent aanwijzen moeten ze deze ‘switch’ bijvoorbeeld zes maanden vooraf aankondigen. En besluit een fabrikant om niet langer in te schrijven op het preferentiebeleid dan moet hij dat niet te laat melden. Ook moet de apotheek de tijd krijgen om de voorraad uit te verkopen. Kortom, voorkom abrupte overgangsmomenten zodat fabrikant, groothandel en apotheek hierop kunnen acteren.”
Heikele punt is wie die voorraad gaat betalen. Volgens Castelijns gaat het om zo’n 50 miljoen euro op jaarbasis. “De groothandel of de apotheek kunnen dat niet betalen. Als het gaat om distributie van merkloze geneesmiddelen is er geen enkele marge meer. Je mag van ons niet verwachten dat we verlies maken op de distributie, onze corebusiness. De minister gaf ook aan dat patiënt niet extra gaat betalen. Wie dan wel? Een kinderachtige discussie. 50 miljoen euro betekent dat iedere Nederlander slechts een paar euro betaalt. Waar gaat het over.”
Als de ijzeren voorraad en de productie in eigen land niet van de grond komen ziet Castelijns nog een uitweg: het op voorraad houden van geneesmiddelen en ‘groothandelen‘ wordt een publieke activiteit. De overheid stelt in een wet eisen aan de voorraad en handhaaft als het nodig is. Dat gebeurt volgens de apotheker al in een aantal landen. “Nu is wettelijk wel vastgelegd dat een vergunninghouder voldoende voorraad moet hebben voor groothandel en apotheek. Hoeveel en hoe snel een groothandel de geneesmiddelen moet leveren staat echter niet in de wet. Nog niet. Deze uitweg om de tekorten op te lossen heeft echter niet mijn voorkeur. Ik geloof meer om samen met alle partijen het maatschappelijke probleem van de tekorten structureel op te lossen.”
“Dat gaat nog jaren duren. En stel nu dat er ondertussen een tweede coronagolf op ons afkomt. We houden ons hart vast, want dan worden de tekorten weer enorm groot.”
Dit artikel verscheen in FarmaMagazine, editie mei 2020 | Tekst: Niels van Haarlem | Fotografie: Ektor Tsolodimos
Gepubliceerd op: 25 mei 2020
Onze website maakt gebruik van cookies om het gebruik en de functionaliteit te waarborgen. Meer informatie hierover vind je op onze cookie instellingen pagina.